De geschiedenis van het ringrijden

Over het ontstaan van het ringrijden doen verschillende verhalen de ronde.
Omdat er vroeger niets op papier werd vastgelegd, is het moeilijk te achterhalen waar het ringrijden precies vandaan komt. Hieronder worden twee ideeën over het ontstaan nader toegelicht, nl. de Germaanse meikransviering en de steekspelen. Verder informatie over het ringrijden in de 17e en 18e eeuw, het ontstaan van de Zeeuwse Ringrijders Vereniging in 1950 en de relatie door de eeuwen heen met het Huis van Oranje.

Senioren die deelnamen aan de Seniorenwedstrijd verreden in 2005

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Germaanse meikransvieringen: Er zijn historici die zeggen dat het ontstaan van het ringrijden ver teruggaat in de tijd. Het ringrijden toont namelijk veel overeenkomsten met het Duitse 'Rolandreiten' en het Deense 'Kranssteken'. Wanneer je in de ijzeren ring een met bloemen en linten getooide meikrans ziet, dan vindt het zijn oorsprong bij de Germanen die in het voorjaar hun meikransvieringen hielden. Dat zou ook meteen verklaren waarom ringsteken in het voorjaar in veel plaatsen op 3e Pinksterdag (Pinksterdrie) wordt gehouden.
Toch is dit niet de meest aannemelijke verklaring voor de herkomst van het ringrijden.

De volgende verklaring benadert de werkelijkheid waarschijnlijk meer:
Volgens 'de Zeeuwse Cronykalmanach' uit 1788 is het ringrijden afgeleid van de steekspelen en toernooien, die de krijgszuchtige en strijdbare adel in de middeleeuwen organiseerden.
Het was toen de gewoonte dat de jonkvrouwen - bij wijze van ereprijs - één van hun ringen lieten ophangen. De ridders moesten deze ring in galop aan hun lans proberen te steken.

De ringen hingen toen aan brede zijden linten, die door de jonkvrouwen werden geschonken.
De ridder die het eerst driemaal de ring had gestoken, mocht een ereronde maken, vergezeld van de andere ridders. Vervolgens werd de ridder naar de kring van jonkvrouwen geleid, kreeg daar zijn prijs uitgereikt en hem werd het bijbehorende lint omgehangen.
Daarna werd het spel voortgezet om andere prijzen.
Historici vinden dit de meest aannemelijke verklaring voor het ontstaan van het ringrijden.

Het oudste document waarin het ringrijden wordt vermeld, is van 7 juni 1687.
Het is een klacht van de Middelburgse kerkeraad bij de classis Walcheren "dat voorleden Pinkster op verscheidene dorpen op Walcheren van den boerse jeugd en andere, dien het minst betaamt, den ring gestoken is en bij gevolge van dien vele wulpsch- en ongerijmdheden van danserijen, drinkerijen enz. gepleegd worden, ook met verachting van der predikanten daartegen".

In 1695 werden in Biggekerke deelnemers die de ring hadden gestoken, door de kerk gecensureerd.
In 1703 zette de classis Goes alle ringrijders die tot de kerk behoorden onder censuur. Vijf kerken weigerden echter dit bevel uit te voeren, omdat het ringrijden immers niet op zondag plaatshad.

Predikanten en kerkeraden van die tijd zetten zich sterk af tegen het ringrijden, dat vaak in combinatie met kermissen werd gehouden. Voor de boeren en arbeiders waren dit zeer welkome onderbrekingen van hun zware arbeidzame leven. Ringrijderijen ontaardden vaak in een uitbundige uitspatting van feestvreugde met veel alcoholhoudende drank. Maar het is de kerken nooit gelukt het ringrijden te laten verbieden.

Op 23 april 1767 wordt voor de eerste maal melding gemaakt van de ringrijderij die de broederschap van St-Joris op die dag hield. Op het Abdijplein te Middelburg kwamen 14 adelijke heren bijeen om de ring te steken.

Betje Wolf, Zeeuws schrijfster, spreekt in haar gedicht 'Walcheren' uit 1769 van het ringsteken op West-Souburg.

De oudste ringrijdersvereniging is de Nieuwlandse ringrijdersvereniging, opgericht in 1824.
De meeste andere verenigingen zijn pas na de Tweede Wereldoorlog opgericht.
1950: Oprichting Zeeuwse Ringrijders Vereniging (ZRV)
Op 21 juli 1950 werd de 'Belangengemeenschap der Walcherse ringrijders' opgericht,onder aanvoering van Piet Brasser uit Kleverskerke. De naam werd in de daaropvolgende winter gewijzigd in Zeeuwse Ringrijders Vereniging, omdat men ook belangstelling verwachtte uit andere delen van Zeeland.
Met de aanmelding van de Zuidbevelandse ringrijdersvereniging werd die verwachting waargemaakt.
Belangrijkste doel was dat het ringrijden een goed georganiseerde folkloristische sport zou worden.

Piet Brasser bleef 21 jaar voorzitter; in 1971 gaf hij de voorzittershamer door aan Simon Lous uit Oostkapelle, die tot 1984 deze functie vervulde. In 1984 trad Piet Jan Reijnierse uit Koudekerke aan als voorzitter: opnieuw iemand die het voorzitterschap zeer lang invulde. Pas in 2002 is Piet Jan opgevolgd door Leo de Visser uit Ritthem. Uiteraard konden zij deze taak niet zo lang en met plezier vervullen, zonder de inbreng van de andere ZRV-bestuursleden, de vele vrijwilligers en alle ZRV-leden.

Het 50-jarig bestaan in 2000 is uitbundig gevierd met vele extra activiteiten. Onder andere is toen het standbeeld van "de ringrijder" gemaakt en geplaatst op het koorkerkplein, onder de Lange Jan in Middelburg. Het beeld is gemaakt door Gerard Brouwer uit Katwijk.
Dankzij de giften van vele bedrijven en particulieren kon het beeld worden gemaakt.
Het jubileumjaar eindigde met een spetterend feest voor alle ZRV-leden in Het Arsenaal in Vlissingen.

De leden van het Koninklijk Huis hebben door de jaren heen veelvuldig belangstelling getoond voor het ringrijden. Soms woonden ze het ringrijden in eigen persoon bij, waarbij ze ook kostbare prijzen ter beschikking stelden. Nog steeds is één van de meest begeerde prijzen voor een ringrijder het winnen van een koninklijke beker tijdens de tweede folkloristische dag in augustus in Middelburg. Met op nummer 1 'Het beeldje van Koningin Beatrix'.

Een overzicht van de relaties met het koninklijk huis:
1786: Op 1 juli bezoekt stadhouder Willem V in Domburg het ringrijden. Hij schenkt 2 gouden
medailles aan de winnaars.
1823: Op 14 juni (derde pinksterdag) schenkt Koning Willem III in Vrouwenpolder zelf een
zilveren tabaksdoos aan de winnaar.
1837: Koning Willem I bezoekt het ringrijden, deze keer in Westkapelle tijdens de kermis op
1 juli.
1838: tijdens een landbouwfeest in Zierikzee ontvangt de winnende ringrijder, Izaak Geschiere
uit Serooskerke, een zilveren rijzweep ter waarde van Hfl. 400,00 (en dat in die tijd!)
1841: Op 24 augustus bezoekt Koning Willem II het eiland Walcheren en stelt prijzen beschikbaar
voor een ringrijderij (in Middelburg???).
1851: Koning Willem III gaat naar Goes om het ringrijden bij te wonen.
1852: Koning Willem III schenkt een zilveren zweep als koninklijke prijs bij een ringrijderij.
1854: Koning Willem III schenkt een paar gouden hemdsknopen als koninklijke prijs op een
ringrijderij.
1862: opnieuw bezoekt Koning Willem III het ringrijden in Westkapelle en schenkt twee gouden
horloges met kettingen.
1913: Koningin Wilhelmina stelt een zilveren theeblad beschikbaar als prijs voor de ringrijders.
1919: Koningin Wilhelmina looft de eerste Koninklijke wisselbeker uit. De beker moet door een
ringrijden drie keer achter elkaar of vijf keer in totaal gewonnen worden. In 1921
zij persoonlijk deze beker aan Piet Brasser, omdat hij de beker drie maal achter elkaar
heeft gewonnen.
1921: de tweede Koninklijke Beker wordt uitgeloofd door Koningin Wilhelmina.
1947: opnieuw schenkt Koningin Wilhelmina een zilveren beker. Deze beker is in 2004 voor de
5e keer in zijn ringrijcarrière gewonnen door Krijn Coppoolse, waarmee hij deze beker in
eigendom heeft gereden.
1950: Koningin Juliana schenkt een wisselbeker. In 1972 krijgt Adrie Reijnierse uit Koudekerke
deze beker in eigendom, omdat hij de beker voor de vijfde keer wint.
1954: Prins Bernhard wordt beschermheer van onze vereniging. Dit gebeurt tijdens de allereerste
demonstratie die de ZRV in zijn toen nog jonge bestaan organiseerde. Deze demonstratie
had plaats in Middelburg, op Plein 1940, in het bijzijn van zijn vrouw, Koningin Juliana.
1973: Koningin Juliana schenkt opnieuw een wisselbeker, die eveneens - sinds 1999 - in
eigendom is van Krijn Coppoolse.
1981: een jaar nadat ze Koningin is geworden, stelt ook Koningin Beatrix een wisselbeker
beschikbaar: een bronzen beeldje. Een trotse Lein Langebeeke, die het beeldje in 2002
wint en het dus mag behouden tot de volgende folkloristische dag in augustus 2003.
1999: Koningin Beatrix schenkt een erepenning aan ringrijdersvereniging Nieuwland vanwege hun
175-jarig bestaan.

Bij de Zeeuwse Bibliotheek/Zeeuws Documentatiecentrum worden oude foto's van het ringrijden
op de verschillende dorpen bewaard. Klik op

http://www.zebi.nl/index.php?url=/diensten/zdc/beeldbank
Klik vervolgens op foto's, vul als trefwoord 'ringrijden' in, klik op Start en u ziet vele leuke
oude foto's.

 

 

Vrijdag 22 maart
Algemene ledenvergadering
De Fontein, Westkapelle

======================